Startpagina Hans Koolschijn
(met Herman Visser)
door de ogen van Cobus
Tekst & foto's: Jan van den Berg
Start Passagiers

 

Redactie & vormgeving
Wim Koeleman


Wie kende Hans niet in Delft en omstreken? Alle chauffeurs die voor het openbaar vervoer in en om Delft rijden, kenden hem. De enkeling die het nog niet wist, had aan de toelichting ‘je weet wel, die leraar met die schooltas’ genoeg om te weten wie er bedoeld werd. Namen zijn bij ons chauffeurs over het algemeen niet de sterkste kant want wij hebben, zolang ik weet, te maken met een sterk wisselend personeelsbestand. Collega’s komen en gaan maar de afgelopen dertig jaar bleef er 1 gezicht constant en dat was, oneerbiedig gezegd, het verschijnsel Hans Koolschijn. Geen collega, maar een vaste passagier die met zijn kalme voorkomen menigeen voor zich won. Ikzelf weet nog uit 1983, toen ik op de bus begon, dat ik het maar een vreemde snuiter vond. Hij sprak over collega’s en bedrijfsvoorvallen waarvan ik vond dat het voor een passagier geen pas gaf om daarover op de hoogte te zijn. Wist ik veel.

Maar ik was de enige niet die op deze manier kennis maakte met Hans. Een andere collega, Eline, kreeg Hans in de bus, zij kende hem niet maar hij begroette haar met haar voornaam. Hij sprak over het bedrijf en de bussen en zij dacht dat het de een of andere baas van Connexxion moest zijn. Later werd haar alles duidelijk en Hans moest er hartelijk om lachen. Als een passagier gevraagd had om bij een halte te waarschuwen en Eline dreigde het te vergeten dan riep Hans met luide stem de haltenaam door de bus. Hij was een wandelend busboekje en hij heeft menig nieuwe chauffeur daarmee kunnen helpen. Het was altijd gezellig als hij meereed. Afgelopen week, na zijn overlijden, reed Eline door de Hugo de Grootstraat, de plek waar ze Hans een week of 2 geleden voor het laatst had gezien. Ze wist dat hij ongeneeslijk ziek was maar kon niet vermoeden dat Hans nooit meer bij haar in de bus zou stappen. Op dat moment dacht ze: ‘Wat zal ik zijn aanwezigheid missen’. Maar ook: ‘Wat ben ik blij dat ik die man heb mogen leren kennen!’ Aldus Eline.

Hans was altijd een bescheiden mens, als je geen interesse had voor zijn gezelschap dan was het ook goed maar als je een goede verstandhouding had met hem dan behoorde een goed gesprek altijd tot de mogelijkheden. Wat filosoferen, een beetje de waan van de dag doornemen en dat meestal doorspekt met de nodige humor. Ik ben zijn gezelschap erg gaan waarderen en ik kon onlangs nog met hem de geconstateerde ziekte bespreken waarvan wij beiden wisten dat het hem fataal zou gaan worden. Hij was daar heel open over maar geheel in het besef dat er nog wat tijd te gaan was. Die tijd is hem dus uiteindelijk niet gegund. Opeens was er het nieuws dat hij overleden was. Wie weet wat hem bespaard is gebleven maar met 59 jaar had ik hem heel graag meer tijd gegund. Het mocht niet zo wezen. Vermaard om zijn herinneringen, je kon hem b.v. gewoon vragen welke bus er op een bepaalde datum in 1975 pech had gehad op de Nassaulaan of wat voor weer het was op 1 december 1982. Misschien wat overdreven, maar ver naast de waarheid zal ik niet zitten.

Hans liep altijd wat gebogen maar met zijn hoofd omhoog. Sinds het slechte nieuws over zijn gezondheid was er duidelijk een verandering waarneembaar. Zijn hoofd liet hij hangen en je merkte dat hij het benauwd had. Hij was ineens oud geworden wat door vele chauffeurs werd opgemerkt. Ouder mocht hij helaas niet worden. Hans is lichamelijk hier, zijn geest is opgegaan in het Grote Geheugen ergens om ons heen. Ik zal hem, en ik spreek uit naam van vele collega’s, gaan missen. Hans, het was een voorrecht om je te hebben gekend. Bedankt.

W.K.

PS: De roos die we als afscheid van Hans kregen bloeit!!

                                                             

 

 

Wat kan het besturen van bussen toch hartstikke leuk zijn. Het manoeuvreren met zo'n voertuig doet een beetje doorgewinterde chauffeur met één oog dicht maar wat het vak in mijn geval zo boeiend houdt, is het dagelijks omgaan met allerlei soorten mensen.
Meestal zijn het erg oppervlakkige 'een-tweetjes' maar een enkele keer is er zoveel te doen rond een passagier dat er veel méér te vertellen valt.
Zo heb ik deze week een afspraak kunnen maken met Hans Koolschijn. De naam zegt misschien niet iedereen iets maar dat is de passagier (met wilde grote snor) die meestal opstapt bij de halte Marlotlaan en werkt in de buurt van de halte Kalfjeslaan. Deze man is het ons inziens dubbel en dwars waard om eens nader kennis mee te maken.
Deze kennismaking vind je hieronder met dank voor de medewerking aan de hoofdpersoon zelve.

 

Hans is al vanaf 1978 een heel actieve buspassagier. Weet van de hoed en de rand. Is een geboren Delftenaar, komt uit een gezin van 5 kinderen en alles en iedereen in Delft die dezelfde achternaam draagt, is op de een of andere manier gerelateerd.

Hij is van huis uit Psychosociaal werker (= trainer of therapeut die actief is bij maatschappelijke dienstverlening en gespecialiseerde psychotherapeutische of psychiatrische hulp). Verder is hij journalist en enquêteur maar tegenwoordig is Hans full-time docent aan het Holland College aan de Kalfjeslaan te Delft. Hij geeft daar les in de vakken: Nederlands, Duits, Engels, Burgerschap (wat hem betreft liefst gecombineerd met Nederlands), presentatie en vergaderen aan jongens en meisjes van 16 tot 21 jaar. Meestal aan de Kalfjeslaan (MBO voeding) maar soms ook aan het Holland College in Maasland (MBO dieren).



 

 

Ooit heeft hij een rijbewijs willen halen. Daartoe is hij begonnen met gesloten beurs bij een instructeur waar hij klusjes voor deed maar die helaas plotseling het leven liet. Na alles op een rijtje te hebben gezet, heeft Hans er toch maar van afgezien om het roze papiertje te halen. Toen werd het dus voortaan het OV wat de klok sloeg.
Hans oogt wat onbeholpen. Niemand heeft hem echter ooit humeurig gezien. Heeft veel vrienden en heeft 5 maal op het punt van trouwen gestaan. Driemaal is hij gevraagd en tweemaal stelde hijzelf de Big Question. Uiteindelijk heeft hij toch maar voor zichzelf gekozen en dat bevalt hem nog steeds prima. 

Toen ik vooraf bedacht wat ik wilde vragen had ik maar drie onderwerpen: privé, werk en bus.  Daar hoefde ik niets voor op papier te zetten. Ik was begonnen met de vraag over zijn werk als journalist. Ik zat snel tussen hoofdredacteuren, burgemeesters en wethouders. Grootspraak? Dat zou kunnen. Maar hij noemt iedereen bij naam en vertelt er terloops nog bij op welke dag van de week dat was.

Zo was er zijn onderzoek als freelance journalist dat er een rekening openstond van het Rijk aan de gemeente Delft met betrekking tot de bijzetting van Koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk. Toentertijd had niemand daar belangstelling voor. Minister Zijlstra en de toenmalige Burgemeester van Delft dhr. De Loor en locoburgemeester Elfrich heeft hij daar danig over aan de tand gevoeld. Zijlstra had het erover dat Delft een rijke gemeente was die dat bedrag niet nodig had. Maar toen Koningin Juliana overleed, kwam het weer ter sprake en toen de hoofdredacteur van de zender ARD (Duitse Televisie) Rolf Dieber Krause, Hans belde en hem wat achtergrondinformatie vroeg, kwam diezelfde openstaande rekening ook weer ter sprake. Deze Rolf Krause noemde daarna terloops de nog openstaande rekening live op de televisie. 15 miljoen mensen waren daar toen getuige van.

Ook heeft Hans in zijn journalistieke loopbaan (oorlogs)archief werk verricht in o.a. Metz, Frankrijk. Hans werd het na wat aandringen zelfs toegestaan om met behulp van een ‘Permis Extraordinaire’ geheime archiefstukken in te zien.

Als toehoorder gaat het je al snel duizelen. Hans heeft een fabelachtig geheugen. Vraag hem op welke dag b.v. 6 januari 2009 valt en hij zal dat vrij snel op kunnen zeggen. Hij heeft daar een soort rekensommetje voor in zijn hoofd en heeft daar al veel profijt van gehad. Ook andere zaken die voor een normaal iemand volkomen onbelangrijk zijn, lepelt hij uit zijn hoofd op.
Vraag hem wat de Delftse chauffeursdienst 35 van Westnederland in 1982 deed en hij zal je dat met een grote precisie kunnen vertellen. Hij zei er wel bij dat de diensten toen nog enkele jaren van toepassing waren en dat dit soort geintjes hem tegenwoordig niet meer lukt.



 

De gezelligste tijd, gaat hij verder, waren de jaren 1979 t/m 1982. Dat was de periode voor de totstandkoming van de garage aan de Schieweg. Lou Walenburg zat toen nog op het station in zijn eentje met een potlood de gehele administratie te doen. De bussen stonden geparkeerd aan de achterzijde van het station en in die tijd reden er chauffeurs in Delft met bekende namen zoals b.v. Huub Oostveen, Rein Robbemond, Henk de Kok, Tako Hoogland, Frans Vermaat, Ben Roessen (was Ben niet in 1972 in dienst gekomen? vraagt Hans zich hardop af) en Willem Scholtes. 
Over Willem Scholtes weet hij zich, van begin jaren tachtig, nog te herinneren dat hij Hans in stomdronken toestand op zaterdagochtend heeft meegenomen en thuis af heeft gezet. Willem reed in de 5438(!) want die had zo’n speciaal geluid. Dat speciale geluid werd ook voortgebracht door de 5681 en de 5437. Voor iemand als ondergetekende, die meestal niet meer weet wat voor bus hij gisteren gereden heeft, vind ik het buitengewoon wat Hans hier presteert.

Toen waren er soms nog van die strenge winters. Zo heeft hij op de Lange Kleijweg, met Teun Heijsteeg als chauffeur op lijntje 34, een uur gedaan over het stukje tussen de keerlus (het toenmalig eindpunt van de lijn) vlakbij het Haantje en Lintel (tegenwoordig Polakweg genaamd). Teun heeft contact opgenomen met de verkeerscentrale en Martin de Zoete vertelde hem dat hij maar beter naar binnen kon komen. Dit alles gebeurde op 23 januari 1984 vertelt Hans er terloops bij. Hij vult dit gegeven nog aan met het feit dat dit de enige sneeuwdag was in dat jaar!

In januari 1979 waren er trouwens 10 ijzeldagen. Ik heb best wel regelmatig meegeholpen achter het station om de spiegels te krabben, vertelt Hans verder. Er was maar één bus die goed startte en dat was de 5442. Samen met deze bus en wat startkabels werden de andere bussen aan de gang gebracht. Er stonden toen voornamelijk bussen uit de 5400, 5500 en de 5600 series.

Chauffeurs waar Hans het in de loop der jaren altijd goed mee heeft kunnen vinden zijn o.a.: Henk van Norden, René Peters, Martin Veldhuizen, Jan Tegelaar, Stefan Weterings, Jaap Krijger, Dirk van Vuuren, Henk Wennekes en Hans Meinders.            

Hans heeft heel wat uren doorgebracht in het OV. Het was ook geen enkel punt om een bus te rijden. Hij heeft dat zelfs meerdere keren gedaan o.a. op de 5437, 5529 en de 5647 waar hij een keer een stukje mee gereden heeft. Ook de 4697 had voor hem in dat opzicht geen geheimen, deze laatste had geen stuurbekrachtiging!

Hans heeft altijd al zijn ogen goed opengehouden. Het kan altijd gebeuren dat er iets met een chauffeur gebeurt en hij weet dan precies wat te doen. Zo was hij een keer op de tram (lijn 8 Holland Spoor – Scheveningen) toen de trambestuurder onwel werd en hij de centrale heeft ingeseind en geïnformeerd. De hulpdiensten waren toen heel snel ter plaatse. Hans heeft zelfs een keer gesolliciteerd op de tram. Dat was in 1978. Hij is toen afgewezen omdat hij de (psychologische) testkaartjes met kleuren niet goed kon onderscheiden. Toen hij vervolgens met een trambestuurder sprak en alles uit de doeken deed was de bestuurder (Jan) zo verbaasd over deze afwijzing dat hij opstond (tram PCC 1214) en de tram verder aan Hans overliet. Er zaten zelfs nog twee mensen in de tram, maar deze Jan heeft de 1214 toch maar Delft binnen laten rijden.

Over het OV is Hans bijna niet stil te krijgen. Zo waren daar, in lang vervlogen tijden, mw. van de Akker. Deze vrouw werd meestal voor de deur afgezet. Ze woonde aan het Oosteinde (bij de Koepoortbrug) en had geld als water..... Ook de man die bekend stond als "Snauwbauw", dat was een opaatje uit de Havenstraat. Verder was er het Kappertje, hij was tegelijkertijd een sigarenboer. Leuke herinneringen aan vervlogen tijden.

 

Herinneringen
van
Hans aan Herman


De verhalen worden veelal gelardeerd met busnummers en chauffeursnamen. Zo was er die rit in 1981 met lijn 130 (toen nog lijn 58, op een dinsdag om 13.20 uur toen Herman Visser een akkefietje had vlak voor bioscoop Delfia in Delft. Zijn bus botste tegen een politiewagen en men wilde maar wat graag Herman de schuld in zijn schoenen schuiven. Bij navraag, bij de chauffeur van toen Herman Visser, bleek dat het schuldschuiven wel mee viel. De bestuurder heeft zelfs zijn excuus aangeboden aan Herman. Feitelijk reed Herman vanaf het station richting Den Haag. De politiewagen reed met zwaailichten en sirene vlak naast de WN 2345. De politieman stuurde echter de wagen plotseling naar links en daar had Herman niet op gerekend. Op bijgaande foto van deze gebeurtenis (naar dia's van Piet Bakker) is Hans, met volle baard, stiekem alles in zich aan het opnemen. En dat hij het goed in zich opnam bewijst dat hij uit zijn hoofd het busnummer na al die jaren wist: “de 2345”.
Aan de dia’s van Piet is te zien dat hij daarin helemaal gelijk heeft.
 


Het duizelde mij na enkele uurtjes. De eerste gedachte bij een eerste kennismaking met Hans is bij mij, maar ook bij andere collega’s: "Wat is dat voor vent?"
Hans geeft zelf toe dat hij trekjes heeft van een nerd, zoals dat tegenwoordig zo fraai heet. Hij heeft daar vrede mee. Hij zal op deze leeftijd niet veel meer veranderen.
Ik hoop, zeker na dit gesprek, dat ik deze 58-jarige 'excentriekeling' nog lang in de bus mag ontmoeten!

                                                                                                                                                                     Cobus